Controle en onderhoud van de stookolietank van een woning

Als u voor de verwarming van uw woning  een stookolietank gebruikt, dan gelden er enkele belangrijke verplichtingen voor het onderhoud van die tank. Zo wil de overheid de kans op grondwater- en bodemverontreiniging zo klein mogelijk maken. Stookolie wordt ook gasolie, mazout of huisbrandolie genoemd.

Voorwaarden

Elke tank voor stookolie moet na de plaatsing, maar vóór de ingebruikname gecontroleerd worden.

Als er in de stookolietank(s) bij uw woning 5000 kg stookolie of meer (6000 liter) kan, dan moet u dat ook melden bij het college van burgemeester en schepenen van uw gemeente.
U moet een  omgevingsvergunning aanvragen vóór de tank geplaatst wordt:

  • als er in totaal meer dan 20 ton stookolie met GHS02-symbool kan worden opgeslagen
  • als er in totaal meer dan 50.000 liter stookolie zonder GHS02-symbool kan worden opgeslagen.

Het GHS02-symbool is het gevarenpictogram voor ontvlambaar. Dat symbool staat op de verpakking van vloeistoffen met een vlampunt onder de 60 graden Celsius. Vloeibare brandstoffen kunnen, afhankelijk van hun vlampunt, al dan niet een GHS02-symbool als kenmerk krijgen.


Wie moet de stookolietank controleren?

Een stookolietank moet gecontroleerd worden door een erkende technicus stookolietanks of erkende milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen.

Controle als de stookolietank in gebruik is

Ook na ingebruikname moet u uw stookolietank regelmatig laten controleren. Hoe vaak dat moet, hangt af van het  volume van de tank, de plaatsing ervan (ondergronds of bovengronds) en de ligging (binnen of buiten de waterwingebieden en beschermingszones).